[b]DE ONTWIKKELING VAN DE HOND VOOR DE GEBOORTE[/b]

    DE ONTWIKKELING VAN DE HOND VOOR DE GEBOORTE

Een aangeboren afwijking is elke afwijking in de algemene opbouw van de hond, aanwezig bij de geboorte. Ze kan erfelijk zijn of niet. De ernst gaat van een monster tot een anatomische variatie. Wat de hond betreft beschikt men niet over gegevens van frequentie, maar analoog met andere soorten, kan met het cijfer van 5 % vooropstellen.

Ontwikkeling
De embryonale ontwikkeling wordt verdeeld in drie periodes.

1. De pre-embryonale periode van 0 tot 15 dagen, waar men een snelle vermenigvuldiging van de cellen heeft.
2. De embryonale periode van de 16de tot de 33-35ste dag waar er een diversificatie in de morfologie van de cellen optreedt.
3. De foetus periode van de 33ste tot de 57-63ste dag (geboorte), waar de organen groeien.
4. Na de geboorte moeten een aantal organen zich nog verder ontwikkelen, het gebit, de voortplantingsorganen en zekere zintuigen…

In de pre-embryonale periode verdeelt en vermenigvuldigt de bevruchte cel zich in een groot aantal cellen, daarna verplaatsen deze cellen zich voor het vormen van het embryo, in de vorm van drie niveaus van bepaalde cellen.

In de embryonale periode worden de organen en de systemen gevormd en krijgt het embryo vorm en volume, t.t.z. het wordt een wezen waarin men duidelijk een hond kan herkennen.

Het is interessant deze ontwikkelingsperiode in relatie te brengen met de werking van TERATOGENE agenten, welke de aangeboren afwijkingen veroorzaken. Ze worden onderscheiden als exogeen, genetisch en chromosomatisch.

De genetische factoren zijn verbonden aan een factor gebonden aan een abnormaal gen en worden generatie na generatie doorgegeven.
De chromosomatische factors zijn anomalieën in hoeveelheid en kwaliteit van de chromosomen.

Exogene factors kunnen chemisch zijn (medicijnen, hormonen, vitamines e.d.), fysisch (X-stralen e.d.), infectueus (virus, vaccin virus, enz.), immunologisch (antistoffen van de moeder), een tekort (van jodium, vitamines enz.).

De belangrijkheid van de schade veroorzaakt door deze exogene factors (dus misvormingen) hangt af van de duur en de intensiteit van de blootstelling aan deze en de periode wanneer de blootstelling plaats vond.

In het kort : het aantal vernietigde cellen of het zwakste orgaan op dat moment, veroorzaakt zo verschillende misvormingen.

Een agent die ageert gedurende de pre-embryonale periode, t.t.z. tijdens de snelle vermenigvuldiging van de cellen, zal alle of een groot deel van de cellen aantasten en het embryo kan afsterven.
In deze periode zijn de cellen weinig gedifferentieerd.

De belangrijkste beschadigingen komen voor in de embryonale periode, want daar gebeurt de diversificatie van de cellen. Naar gelang de foetus periode vordert, verminderen de risico’s. Nochtans kunnen organen met een latere ontwikkeling (hersens, cortex, uro-genitiale organen) nog gevoelig zijn.

Men houdt dat de meest delicate periode, de embryonale periode is tussen de 16de en de 34ste dag.

Pre-embryonale periode

Tot de 15de dag is de massa van de vrucht bolvormig en meet 2mm. De vruchtmassa bestaat uit het embryo zelf + alles wat de verbinding vormt tussen het moederlichaam en het embryo en dat dient tot zijn bescherming en voeding.
Zij is altijd beweeglijk in de holte van de baarmoeder en kan zich verplaatsen van de ene baarmoederhoorn naar de andere.

Embryonale periode

Op de 16de dag is de vruchtmassa 6mm groot, het embryo zelf 2 à 4mm. De 17de dag plant het embryo zich in, hij neemt zijn definitieve plaats in de baarmoeder in.
Tijdens de embryonale periode volgen transformaties zich op tot een verkleind model van een pup gevormd is.

De basis van de ledematen verschijnt op de 21-22ste dag die van de tepels de 25ste.
Op de 26-28ste is het oor gevormd, het pigment van de iris verschijnt op datzelfde moment.
Tussen de 30ste en de 40ste dag is het spijsverteringstelsel aanwezig, voor een deel nog gelokaliseerd in de navelstreng.
Op de 31ste dag is de mondholte gevormd, alsook de externe genitalen.

De afmetingen van het embryo zijn als volgt :

1 à 2 mm op 16 dagen
2 à 3 mm op 20 dagen
14 mm op de 25ste dag
18 mm op de 30ste dag
25 mm op de 35ste dag
Tot het einde van de 2de week is de maat van het embryo gelijk voor welk ras dan ook.
Etnische verschillen worden markant na 15 dagen.

Foetus periode

Duur van deze periode : ongeveer 1 maand.

De foetus is een bijna volgroeid wezen, het beëindigt zijn groei.

Het uitzicht van de baarmoeder verandert in de foetus periode. Op 35 dagen neemt de vruchtmassa een plaats in van 75 mm, op de 40ste dag 82 mm. Na 45 dagen is de baarmoeder niet meer recht, maar vertoont uitstulpingen en rondingen. De ronde vruchtmassa’s worden meer en meer ovaal. Op de 50ste dag raken de naast elkaar liggende vruchtmassa’s elkaar.
Rond de 40ste dag bevindt het spijsverteringsstelsel, dat zich eerst nog gedeeltelijk in de navelstreng bevond, zich volledig in de buikholte.
Tezelfdertijd verschijnen de nagels terwijl de oogleden zich sluiten.
Op de 45ste dag worden de haren gevormd, de kleurtekening kan onderscheiden worden.
Op de 53ste dag is de vacht volledig en zijn de voetkussens aanwezig.
In de week die de geboorte voorafgaat , draait de foetus zich als voorbereiding op zijn geboorte.

D. Letroye Ned.vert. B. Jonckers

































Photos Gladys